‘Alles is nu compressed’

Daar gaat de digitale leiderschapspositie van Nederland

Na jaren voorsprong lijkt het nu tijd voor actie

door Jasper Bakker, beeld Shutterstock

Verbazing en schrik begin dit jaar: het ministerie van Economische Zaken en Klimaat luidt de alarmklok over de digitale infrastructuur van ons land. De sterke positie van Nederland op dat gebied is niet meer vanzelfsprekend, luidt de waarschuwing. Natuurlijk is niets echt vanzelfsprekend, maar het lijkt erop dat Nederland te veel of te lang op de lauweren heeft gerust. Werk aan de winkel dus?

Nederland kan al vele jaren trots zijn op de voorsprong die het heeft in de digitale wereld. Ons land was er al vroeg bij toen het om automatisering ging, waarna de omarming van computers via pc-privéprojecten en de aanleg van ICT-infrastructuren vlot volgden. Daarna kwamen internet, smartphones, digitale transformatie en meer innovatie op digitaal gebied.

Nederland heeft steken laten vallen

‘Weinig prioriteit’

Toch heeft EZK (Economische Zaken en Klimaat) nu dus alarm geslagen. “Op dit moment is er namelijk weinig prioriteit voor het mogelijk maken van nieuwe investeringen, voor voldoende capaciteit hiervoor op het energienet en voor fysieke ruimte om succesvol in de toekomst digitale diensten te kunnen blijven aanbieden aan bedrijven en consumenten”, aldus de alarmerende boodschap van het ministerie.

Waarschuwende woorden die gebaseerd zijn op het rapport Staat van de Digitale Infrastructuur, dat eind januari aan de Tweede Kamer is gestuurd. Daarin worden struikelblokken geduid voor “de ruggengraat van onze digitale economie”, waarbij de digitale infrastructuur overigens óók belangrijk is voor de verduurzaming van andere sectoren. Het belang om digitaal leidend te blijven, is dus groot.

Wéér geen ICT-minister

Een belangrijke rol hierbij is weggelegd voor de overheid. Een tegenvaller volgens velen is het uitblijven van een ministerpost voor Digitale Zaken. Het nieuwe kabinet voorziet wél in de vorming van drie geheel nieuwe ministeries (Asiel & Migratie, Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening, plus Klimaat & Groene Groei), maar ‘cyber’ valt buiten de boot. Zowel wat betreft een eigen ministerie als ook wat betreft een volwaardige ministerpost.

De huidige constructie van een staatssecretaris, met gecombineerd portfolio en vallend onder een breder georiënteerd ministerie, wordt wel gecontinueerd. Dit betreft dan Koninkrijksrelaties en Digitalisering, twee gebieden die niet bepaald hecht met elkaar verbonden zijn. De staatssecretaris met die twee verschillende overheidszaken in het portfolio valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. Deze positionering is wel logisch; bezien vanuit Koninkrijksrelaties en digitalisering als laatstgenoemde wordt beschouwd als kwestie van en voor de overheid zelf.

Tech is Algemene Zaak

Digitalisering is echter ook zeker een kwestie voor het bedrijfsleven en de economie, én voor burgers en de maatschappij. Ogenschijnlijk beter passende ministeries zouden dan bijvoorbeeld Economische Zaken zijn, of juist Algemene Zaken. Voor die laatste heeft de nieuwe staatssecretaris Digitalisering lang geleden al gepleit. Toen Zsolt Szabó als VVD-lid zitting had in de Tweede Kamer, met ICT in zijn portefeuille.

De reacties op het uitblijven van een cyberminister zijn kritisch, vanuit de markt en vanuit de politiek. De dominante digitale positie van Nederland staat immers onder druk en het digitale is alomtegenwoordig. De vraag is of teruggang ook zonder ministerie van digitale zaken valt te stoppen, stelt innovatiestrateeg Niels Snoep van de Rabobank in een post op LinkedIn. “Het had in ieder geval flink geholpen!”

Maar digitaal leiderschap voor Nederland hangt niet – of in ieder geval niet volledig – aan het hebben van een ICT-minister, of zelfs een staatssecretaris Digitalisering. Immers, voordat die functie in januari 2022 werd vervuld door Alexandra van Huffelen bestond die positie geheel niet. Desondanks heeft het land het op digitaal gebied best goed gedaan.

‘Ons land doet veel op digitaal gebied, maar het is simpelweg moeilijk om bij te blijven’

Voortbouwen

Dat succes is mede te danken aan goede internetconnectiviteit, de digitale infrastructuur waar anno nu hosters, datacenters en cloudgebruikers in alle soorten en maten goed op voortbouwen. Zodat software als dienst kan draaien, zodat start-ups vlot van start kunnen gaan, zodat software-ontwikkeling en AI-gebruik op krachtige resources kunnen rekenen, en zodat er meer innovatie kan plaatsvinden om digitaal leidend te blijven.

Kernelement bij dit alles is kennis en kunde. Bovenop dus de connectiviteit, waarvoor aandacht en investeringen in infrastructuren nodig zijn. Zowel digitale infra als ook energievoorzieningen. Op dat laatste gebied heeft Nederland steken laten vallen, waardoor er nu overvolle stroomnetten en aansluitingskrapte zijn. Het gaat nog zeker tien jaar kosten om het energienet op orde te krijgen en digitalisering dreigt daarvan de dupe zijn. Naast gewone bedrijven en huishoudens natuurlijk. Die ook allemaal digitaal gedreven en digitaal afhankelijk zijn. Dus daar gaat de digitale leiderschapspositie van Nederland?

‘Nederland doet het goed’

Misschien wordt de soep toch niet zo heet gegeten als het wordt opgediend. Een geruststellend geluid komt van Guy Diedrich, SVP en global chief innovation officer bij Cisco. Hij weet vanuit zijn praktijkervaring en contacten wereldwijd de vergelijking te trekken met andere landen. Diedrich spreekt de notie tegen dat Nederland meer risico op – al dan niet relatieve – achterstand loopt: “Nederland is net zo als andere landen”. Ons land doet veel op digitaal gebied, maar het is simpelweg moeilijk om bij te blijven, zegt hij.

“Nederland doet het goed”, stelt de innovatietopman gerust. Er vindt nu een flinke churn van technologie plaats, waarbij de omwentelingen veel groter en sneller zijn dan vroeger, vertelt hij, maar Nederland houdt dit goed bij. “De information age heeft tientallen jaren geduurd. Sinds ongeveer 2015 leven we in de digital age en nu komt de AI age op. Rond 2030 krijgen we de quantum age. Alles is nu compressed”, zegt Diedrich.

Kennis en kunde

De Wet van Moore – die van origine de snelle vooruitgang op chipgebied duidt – is van toepassing op alles in tech, legt Diedrich uit. “Dus we moeten bijblijven met skilling.” Op dat gebied is er volgens hem wel sprake van wat achterstand. In het licht van de snelle – en steeds snellere – techrevoluties moeten skilling-programma’s wel agile zijn, maant Diedrich. Zodat er bij een nieuwe techgolf niet gelijk sprake is van achterlopen. Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk.

De Amerikaanse topman haalt ook ASML aan, de Veldhovense maker van geavanceerde chipproductiemachines die cruciaal zijn voor techontwikkeling wereldwijd. ASML surft volgens Diedrich op de rand van de techgolf. “Chips zitten in álles”, benadrukt hij en daarmee zit ASML als het ware áchter alles. De Nederlandse positie met dat marktleidende bedrijf stond echter even onder druk; vanwege nieuw overheidsbeleid voor arbeidsmigratie zinspeelde ASML op een ‘Nexit’.

Het tekort aan IT'ers remt de groei van Nederlandse bedrijven

Tekort aan techmensen

De dreiging daarvan lijkt nu afgewend, maar het achterliggende probleem van tekort aan hoogopgeleid technisch personeel blijft spelen. En dat op nationaal en intersectoraal niveau. Eerder dit jaar bleek al dat het tekort aan IT’ers de algehele groei van Nederlandse bedrijven remt, aldus onderzoek in opdracht van Linden-IT.

Werkgevers zoeken hun heil in kennismigranten, omscholing (reskilling) en bijscholing (upskilling). Daarbij moeten ze ook de balans zien te vinden tussen zelf in dienst nemen en eventueel opleiden óf het moeizame wervings- en ontwikkelingswerk overlaten aan een externe IT-dienstverlener. Vooralsnog blijft het tekort aan IT’ers onverminderd groot: in 2030 heeft ons land één miljoen ICT-geschoolden nodig.

Leiden is vooruitzien

Ondertussen zijn de verwachtingen voor nieuwe instroom somber. Advies- en consultancybureau McKinsey poneert daarom een andere aanpak: meer arbeidsmobiliteit, meer omscholing en meer ontwikkeling, plus het flink verhogen van de productiviteit. Om maar enkele voorgestelde maatregelen te noemen. Daarmee moet ons digitaal leiderschap veilig worden gesteld. Eigenlijk staat of valt dat dus met de praktische invulling van ‘Nederland kennisland’, een politieke, economische en maatschappelijke strategie die stamt van eind vorige eeuw. Een kwestie van vooruitzien dus.

Jasper Bakker is redacteur bij AG Connect.