De vaste Kamercommissie is een erfenis van inmiddels vertrokken ‘techwaak­honden’ in de Tweede Kamer als Kees Verhoeven, Jan Middendorp, Kathalijne Buitenweg en Chris van Dam. Met een vaste commissie moet er meer invloed komen op onderwerpen die met digitalisering te maken hebben. Deze zaken werden volgens hen eerder nog te vaak als bijzaak behandeld.

Inmiddels is de Commissie DZK van start. Nieuw VVD-Kamerlid Queeny Rajkowski is er blij mee. “Maar op termijn moet hij niet meer nodig zijn.” De eerste maanden stonden vooral in het teken van opstarten, zo vertelt ze. “In september zijn we pas echt begonnen. In de maanden ervoor bepaalden we onder meer de onderwerpen die we gaan behandelen.”

Rajkowski ziet enkele grote IT-thema’s geagendeerd worden in de commissie, zoals de Digital Market Act en de Digital Service Act. Ze werkt momenteel zelf samen met Lisa Van Ginneken en Mustafa Amhaouch (CDA) aan een hoorzitting met grote techbedrijven. Rajkowski vroeg ook een debat aan over cybersecurity, dat in december moet worden gevoerd. “Normaal zou dat als onderwerp binnen een debat over veiligheid gevoerd worden. En dan sneeuwt het onder. Nu staat het centraal.”

Ook D66’er Lisa Van Ginneken, eveneens nieuw in de Tweede Kamer, bevalt de commissie tot nu toe goed. “We zijn nogal ‘navelstaarderig’ bezig geweest. De eerste maanden stonden in het teken van positioneren. Daarbij bedreven we zo weinig mogelijk politiek. Dat is wel zo verstandig, om goed de inhoud te kunnen bepalen. Het ging niet over oplossingen, maar over welke problemen we gaan behandelen.” De Kamercommissie Digitale Zaken wordt op dezelfde manier ondersteund als andere Kamercommissies. Er zijn inmiddels diverse dossiers overgedragen uit andere commissies, waaronder digitale burgerrechten en cybersecurity. “Daarmee werd ons bestaansrecht meteen aangetoond.”

Ook Van Ginneken vroeg al debatten aan, zoals over de KvK die faalt in het afschermen van privégegevens. Ook diende ze samen met SP-collega Renske Leijten een verzoek in voor een debat over de ‘digitale begroting’. Die begroting was er niet, maar er is door het kabinet wel een document gemaakt dat de commissie kan gebruiken om in gesprek te gaan. “Het is de eerste keer dat het onderwerp zo integraal wordt behandeld. Dat geeft aan dat de commissie serieus wordt genomen.”

Onderling weten de commissieleden elkaar inmiddels goed te vinden. “Er zitten veel mensen in de commissie, maar de ‘harde kern’ van meer actieve leden is wat kleiner. We gaan veel met elkaar in gesprek en dat doen we ook met belangenorganisaties, bedrijven en kennisinstellingen. Daardoor ontwikkelen we meer kennis en kunnen we goed samenwerken”, aldus van Ginneken.

Rajkowsi ziet de commissie als ‘soort satéprikker door alle ministeries’ die IT-onderwerpen op een rij zet. Kennis wordt in een razend tempo opgebouwd. De leden worden voortdurend bijgepraat over nieuwe onderwerpen zoals opsporings­technieken en open source. “En een aantal leden, waaronder Lisa van Ginneken en ik, hebben een achtergrond hebben in de IT.” De grootste winst vindt Rajkowski dat er met de commissie gezamenlijk kaders en regels kunnen worden geschetst. “Zodat bij gebruik van bijvoorbeeld een nieuwe overheidsapp of algoritme beter bepaald wordt of iets wel of niet mag. De commissie is uiteindelijk een centraal kennispunt: met expertise én een politiek oordeel.