Lourens Visser, CIO Rijk

‘Toegenomen ‘slagkracht’ voor CIO’s bij het Rijk werpt nu al zijn vruchten af’

Tekst

door Sjoerd Hartholt, beeld ANP / Ministerie van BZK 

Vanaf 2023 geldt een nieuw stelsel voor CIO’s bij het Rijk, waarin zij meer ‘slagkracht’ krijgen met onder meer toegang tot de bestuursraad. Het besluit werpt nu al zijn vruchten af in de organisatie, zo vertelt CIO Rijk Lourens Visser.

U vertelde in een eerder interview met AG Connect dat CIO’s bij het Rijk meer slagkracht zullen krijgen. Merkt u al effect hiervan?

“Dat merk ik zeker. Ook al hoeft het nieuwe stelsel voor CIO’s pas in 2023 in werking te treden. De invoering van het CIO-stelsel, waarin we de positie van de CIO Rijk, de departementale CIO’s en de CIO’s bij uitvoeringsinstanties hebben beschreven, is voor ons een mooie mijlpaal. We hebben inmiddels een nulmeting afgerond waarin iedere organisatie onder meer aangeeft of er een CIO is, of deze toegang heeft tot de bestuursraad en wat het mandaat van de CIO is. De verschillen tussen de ministeries komen dan aan het licht. Sommige organisaties zijn al heel ver, anderen staan nog aan het begin. Dat is niet erg.”

“Er zijn nog te vaak situaties waarbij de CIO te veel wordt gezien als adviseur”

Hoe wordt die slagkracht bereikt?

“Wij stellen dat een CIO niet alleen een adviseur is voor een bestuursraad, maar ook integrale verantwoordelijkheid draagt op gebied van informatievoorziening. Daar zijn al effecten van te zien. De departementen moeten ieder een plan maken over hoe zij dit stelsel willen inrichten en je ziet dat dit gelijk al effect heeft op de organisatie. Uiteindelijk verstevig je daarmee niet alleen de positie van de CIO, maar zorg je ook dat informatievoorziening in de haarvaten van de organisatie zit en dat de kennis van IT bij de uitvoering van de primaire processen vanzelfsprekend is.”

Zijn CIO’s sinds het ‘Besluit CIO-stelsel’ al meer betrokken bij de besluitvorming?

“Die betrokkenheid was er altijd al, maar is nu meer versterkt. De CIO moet je zien als ‘thematrekker’ op gebied van IT voor de organisatie. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat we hierin nog wel stappen moeten maken. Er zijn nog te vaak situaties waarbij de CIO te veel wordt gezien als adviseur en waarbij de directie of de raad van bestuur niet goed of volledig op de hoogte is van risico’s die er zijn rondom IT-projecten. Of dat er mooie kansen gemist worden. Ik houd me echter vast aan goede voorbeelden: ministeries bespreken ieder kwartaal hun portfolio’s met beleidsprojecten en er is inmiddels geen project zonder IT-component meer. In die gesprekken wordt behandeld wat goed gaat, waar vertraging zit en wat beter kan.”

Vraagt de verschuivende rol van CIO om andere kwaliteiten dan voorheen?

“Dat denk ik wel. Bij het selecteren van CIO’s voor departementen kijken we vooral of iemand vakinhoudelijk genoeg kennis heeft van IT. We hebben in het verleden situaties gehad waarbij iemand de CIO-taken kreeg zonder dat hij of zij echt affiniteit of kennis ervan had. Dat verandert in mijn ogen nu wel. Het is moeilijk om een koppeling te kunnen maken tussen het management en de primaire processen van een organisatie. Een CIO zit daar tussenin, die maakt de vertaalslag tussen techniek en de beleidsmatige kant. CIO is een echte brugfunctie waarbij je kan instromen vanuit de ‘IT-hoek’, maar andersom, vanuit de beleidsmatige kant, kan ook. Voor beide kanten geldt: spreek de verschillende talen, schat goed in waar bijgestuurd moet worden en verzamel genoeg kennis over brede thema’s als leveranciersmanagement, patchmanagement en technologie in zijn algemeenheid. Een CIO moet dus echt een schaap met vijf poten zijn. Gelukkig is er bij het Rijk ook de ondersteuning van het CIO-office, waar specialisten in bijvoorbeeld ICT-architectuur betrokken zijn.”