Aston Martin

Leren van Formule 1

Intelligente IT kan crash voorkomen

Replica van de beroemde Aston Martin DB5 van James Bond, bij Aston Martin Lagonda – uit een tijd dat IT nog nauwelijks een rol speelde in de auto-industrie. 

door Volkert Deen, beeld Aston Martin

Automerken kijken vaak met grote belangstelling naar de nieuwe technologieën die in F1-wagens worden toegepast. Op dezelfde manier kunnen vrijwel alle organisaties leren van de IT die in de F1 wordt toegepast om die wagens überhaupt de baan op te krijgen. Intelligente IT kan een spectaculaire crash voorkomen.

Het Britse automerk Aston Martin heeft een iconische status in de wereld van peperdure sportwagens. Het merk heeft in zijn bestaan rond de 110.000 auto’s op de weg geholpen, waarvan 95% nog steeds rijdt. Iedereen kent de beroemde gemodificeerde DB5 die in maar liefst zeven James Bond-films heeft gefigureerd. Maar in de F1 heeft het merk nog iets te bewijzen.

Een eerste poging in de jaren '59/'60 liep op niets uit. De financiële injecties van Lawrence Stroll, vader van F1- coureur Lance Stroll en sinds 2020 bestuursvoorzitter, moeten helpen de legendarische kwaliteit van het merk te vertalen naar een kampioenschapwaardige F1-bolide. Andersom hoopt het merk lering te trekken uit de grote dynamiek en flexibiliteit van de F1-wereld, om zo ook de productie van de ‘normale’ sportwagens naar een hoger plan te brengen. IT speelt daarin een cruciale rol.

Vlak voor de 2022-race op Silverstone waren we op bezoek bij Aston Martin Lagonda, de fabriek in het nabijgelegen Gaydon, Verenigd Koninkrijk, waar Aston Martin zijn luxe sportwagens produceert. We spraken er met Michael Marcellin, CMO bij Juniper Networks. Juniper is sinds 2021 de Official Networking Equipment Vendor voor wat voluit het Aston Martin Aramco Cognizant Formula One team heet: het F1-team van (nu nog) voormalig wereldkampioen Sebastian Vettel en zijn teamgenoot Lance Stroll.

Nieuwer, groter, sneller 

Mede dankzij investeringen van sponsor-miljardair Lawrence Stroll bouwt Aston Martin aan maar liefst drie nieuwe fabriekshallen, pal naast het circuit van Silverstone, waarin onder meer een van de meest geavanceerde windtunnels in de F1 wordt neergezet. Het hele project moet in 2023 worden afgerond, maar tot die tijd moet er nog hard worden gewerkt. Juniper zal ook daar het netwerk aanleggen, maar daarvoor heeft de bouw nog een lange weg te gaan.

De netwerkeisen voor de Aston Martin-fabrieken waar de “gewone” straatmodellen worden geproduceerd (Aston Martin heeft ook nog een 36 hectare grote fabriek in St Athan, Wales) zijn relatief eenvoudig. Betrouwbaarheid en schaalbaarheid, net als in de meeste bedrijfsomgevingen, vertelt Darryl Alder, Network Architect bij Aston Martin. Het grootste deel van het netwerkverkeer tussen de vestigingen loopt via private MPLS en het beheer is voor een groot deel geautomatiseerd.

Niet buitengewoon spannend, maar dat ligt straks in de nieuwe fabriek wel anders, weet Marcellin. De eisen die de FIA oplegt, worden regelmatig aangepast en bijgesteld. Bovendien is iedere fabrikant voortdurend bezig om, binnen de beperkingen van de voorgeschreven budgetten, het uiterste uit de Formule 1-bolides te persen. Dat betekent dat de teams permanent bezig zijn hun ideeën en ontwerpen te toetsen en bij te werken – soms zelfs tijdens de race!

Iedere fabrikant is voortdurend bezig om het uiterste in Formule 1-bolides te persen.

Hoge eisen

Dat vraagt veel van de onderliggende technologie en dus ook van het bijbehorende netwerk. De hoeveelheid data die straks binnen de drie nieuwe fabriekshallen wordt rondgepompt is overweldigend en de snelheid en betrouwbaarheid waarmee dat moet gebeuren is cruciaal voor het succes van het team. Bovendien leiden de data die het team verzamelt en de analyses die erop worden losgelaten, regelmatig tot nieuwe inzichten die op hun beurt weer ingrijpende veranderingen kunnen betekenen.

Dat betekent dat het netwerk ook uiterst schaalbaar en flexibel moet zijn, terwijl het tegelijkertijd altijd de highperformancebelofte moet blijven garanderen én veilig moet zijn. Artificial intelligence en machine learning spelen daarin een grote rol. Cloudgedreven kunstmatig intelligente netwerkbeheeroplossingen verlagen niet alleen het stroomverbruik, maar zorgen er bijvoorbeeld ook voor dat nieuwe netwerkapparaten in enkele minuten aan het netwerk kunnen worden toegevoegd. Doordat het netwerk zelf voortdurend zijn eigen prestaties controleert en optimaliseert, heeft Aston Martin het aantal netwerkstoringen inmiddels al met 90% kunnen reduceren.

Iedere fabrikant is voortdurend bezig om het uiterste in Formule 1-bolides te persen.

Snel schakelen

Voor de tech-industrie is het goed om de veranderingen in deze topsport goed in de gaten te houden, vindt Marcellin. De meeste netwerkomgevingen lijken nu nog op die van Aston Martin Lagonda: voorspelbaar, betrouwbaar en tot op zekere hoogte uitwisselbaar. Echt fundamentele verschillen tussen de netwerkoplossingen van Juniper, Centric of Arista zijn er nauwelijks. Maar dat kan in de zeer nabije toekomst gaan veranderen.

Formule 1-teams zijn uitermate bedreven in omschakelen. Nieuwe regels, nieuwe technieken, nieuwe coureurs, nieuwe ideeën, nieuwe materialen: wie het snelst kan inspelen op zulke veranderingen kan die verandering als eerste vertalen in betere resultaten. Daarom gebruiken Formule 1-teams AI om de enorme datastromen die ze tot hun beschikking hebben te analyseren en zo de prestaties van hun teams steeds opnieuw naar een hoger plan te brengen.

Diezelfde optimalisatie moeten we ook buiten de topsport gaan toepassen op onze IT-infrastructuur, denkt Marcellin. De komende jaren zal het netwerkverkeer in drukbevolkte gebieden groeien in volume en complexiteit. Bovendien zal de dreiging van cybercrime alleen maar verder toenemen. Het idee dat zoiets nog te managen is door mensenhanden, moet worden losgelaten, zegt Marcellin. Om snel en betrouwbaar te kunnen schakelen in een veranderende en kritische wereld, zijn kunstmatige intelligentie en machine learning onmisbaar. Als we dat niet gaan omarmen, raken we in het beste geval achterop – en in het ergste geval eindigt het in een spectaculaire crash. Net als in de F1 mogen we dat niet laten gebeuren.