Wie eerder dit jaar (of eind vorig jaar) naar de game-expositie in het Groningse Forum is geweest, kan daar van jongere gamers de vraag hebben gekregen: “Wat doen die twee letters H hier op dit grijze scherm?” Dat was in een hoekje van de expositie Game On waar het genre racegames werd belicht. En in stijl van de expo die 50 jaar games belichtte, was dat dus van oud tot nieuw. Van twee letters H die F1-wagens van bovenaf moesten voorstellen, tot grafisch geweld met hoog realismegehalte. Bekijk maar eens de release-trailer van EA's game F1 2022.

Simracing is de naam voor het serieus spelen van racegames in simulatiemodus en competitieverband, om de realiteit zo dicht mogelijk te benaderen. Dus met zo hoog mogelijke accuratesse, stuurtjes met force-feedback, enzovoorts. Simulatiegames die trouwens ook door echte coureurs worden gespeeld, ter voorbereiding op ‘the real deal’. (Over simracing lees je elders in deze digitale special over de Formule 1 van 2022.) Maar ‘gewoon gaming’ is qua F1 ook een serieuze zaak.

Waar F1 een topsport is waar miljarden mee zijn gemoeid, daar is F1-gaming topvermaak en topbusiness. Waar ook miljarden mee zijn gemoeid. Game-uitgever Electronic Arts heeft eind 2020 een deal van 1,2 miljard dollar gesloten voor een F1-game. Correctie: dé F1-game. Want net zoals uitzendrechten voor de F1 een kwestie van exclusiviteit en veel geld zijn, is een gamelicentie voor F1 dat ook.

Die 1,2 miljard dollar was overigens niet direct voor F1-permissie om game(s) van die topsport te maken. Nee, dat forse bedrag is neergelegd voor de overname van game-ontwikkelaar CodeMasters, die al vele jaren razend populaire racegames maakt. Waaronder de F1-serie, sinds 2009. Vóór die tijd hebben diverse gamedevs telkens Formula 1-games mogen maken. (Tussentijds ook uitgegeven door EA Sports, overigens.) Met gaandeweg steeds meer realisme en accuratesse.

Een F1-game is namelijk geen spelletje om wat te racen. Net zoals F1 zelf geen kwestie van simpelweg hard rijden is. Nee, dit is een tak van sport – qua race én qua game-ontwikkeling - waar alles tot in de puntjes gemeten, gecontroleerd, verfijnd en versneld wordt. Data, data en nog eens data. (En dollars uit de gameverkoop natuurlijk.)

In de game moet de ‘feel’ van elk circuit overeenkomen met de realiteit. De ‘handling’ van elke digitale wagen moet kloppen met hoe de echte bolide voelt. En ga zo nog maar even door met diepgaande, datagedreven details. Waarbij elk jaar het detailniveau en de databergen weer wat verder gaan; in de F1 zelf en in de bijbehorende F1-games.

Vroeger was dit type vergaande games nog het territorium van fanaten met peperdure pc-configuraties, meerdere monitoren en speciale stoelen en –controllers. (Zie ook flightsimfanaten die complete cockpits in hun mancave hebben gebouwd.) Tegenwoordig doen gewone gameconsoles hangend aan tv's mee met deze ‘drive’ naar realisme. Daarmee is het publiek voor F1 flink vergroot.

Aan het groter worden van de F1-sport heeft ook Netflix een steentje bijgedragen, met ‘Drive to survive’. Die documentairereeks telt inmiddels alweer vier seizoenen, waarvan de meest recente natuurlijk gaat over het 2022-seizoen van de Formule 1. Zodat iedereen on-demand kan meekijken achter de schermen. Net zoals iedereen met de F1 2022-game zelf kan meerijden. Ga jij Max, Lewis en Lando passeren?